Categorie: Gezinnen

Vreemdgaan met je werk

”Ben je aan het vreemdgaan met je werk?” vraag ik aan Marcel. Hij kijkt verschrikt, maar Anneloes schiet in de lach. Ja, zo ervaart zij het in ieder geval wel! Alsof het werk voortdurend als een derde hun relatie bedreigt. Alsof het werk altijd voorgaat en zij er niet meer toe doet!

Thuis krijgt de restjes

Thuis krijgt de restjesMarcel en Anneloes komen in relatietherapie, omdat ze elkaar kwijt dreigen te raken. Anneloes voelt zich niet meer gezien door Marcel. Ze heeft voortdurend het gevoel dat ze er thuis alleen voorstaat. Marcel vindt het thuis ook niet meer leuk: er is altijd kritiek op hem. En bovendien voelt hij zich buitengesloten: de kinderen gaan met alles naar Anneloes. Niemand lijkt hem nog nodig te hebben. Behalve dan voor de centen.

Mijn vraag naar vreemdgaan met je werk is voor Marcel een eye-opener. Hij heeft het zich nooit zo gerealiseerd. Maar inderdaad: hij werkt keihard. Veel meer dan de uren die er in zijn contract staan.

En net als de meeste werknemers geeft hij zijn meest productieve uren aan zijn werkgever. Zoals ik vaak zeg:

 

Werkgevers krijgen meestal het beste van hun werknemers. En thuis (het gezin, de relatie) krijgt de restjes!

”Werk gaat voor het meisje”

Deze ouderwetse uitspraak gaat eigenlijk nog steeds op. En er is een variant bij nodig:”Werk gaat voor je partner!”

Waarschijnlijk geldt dat ook voor jou. Ga maar na: je meeste energie, je meeste geduld, je meeste tact, je leukste moppen, je beste communicatieve vaardigheden, gepassioneerdheid… dat alles gebruik je op je werk.

En als je thuis komt ben je moe. Dan wil je uitrusten en geen gedoe aan je hoofd. Je luistert nog maar met een half oor naar de verhalen van de kinderen. Aandacht voor je partner is er al lang niet meer bij. En grote kans zelfs dat je na het journaal nóg weer even achter die laptop kruipt om iets voor je werk te doen. Want het voelt toch fijner als dat even af is.

De oude reclame met de vraag:“Wie is toch die man, die op zondag altijd het vlees komt snijden?” is in teveel gevallen alleen achterhaald voor wat betreft dat vlees snijden…

Je partner en kinderen zijn er al aan gewend. Ze mopperen misschien nog wel, maar verwachten niet zo veel meer van je. Ze regelen het wel onder elkaar. Wat jou  het gevoel kan geven, dat je buitengesloten wordt.

Meestal is het zo gegroeid. Het is lang niet altijd een bewuste keuze. Maar wel vanuit een gevoel dat dit moet: om promotie te maken, je baan te behouden, klanten te houden of te krijgen of om geen scheve blikken van collega’s te krijgen. Die collega’s draaien er immers vaak voor op als jij minder hard werkt, of je te vaak ziek meldt.

Maar ook kan het zijn dat je je erg identificeert met je werk. Je voelt je dan in de eerste plaats werknemer  en pas in de tweede plaats partner of vader/moeder. Werk gaat voor je partner…

Relatie vaak de dupe van werk

Regelmatig zien wij als relatietherapeuten dan ook stellen waarbij één van beide partners – of soms zelfs beiden –  het eigen werk en/of carrière voorrang geeft boven de relatie en het gezin. Dat kan zich uiten in de bekende dingen als vroeg weggaan, laat thuiskomen; veel overwerken; ’s avonds en in het weekend nog moeten werken. Opgeslorpt door het werk is er geen tot weinig aandacht meer voor elkaar. Er is geen tot weinig aandacht meer voor elkaar.

verdroogdJe hoeft er eigenlijk maar éven bij stil te staan om je te realiseren dat zoiets wel invloed móet hebben op je relatie. Een relatie is immers net een plantje: om te groeien is er water en voeding nodig. Anders gaan de blaadjes hangen en gaat het plantje uiteindelijk dood. Dus als je ’s avonds geen energie meer over hebt en thuis voor jou alleen nog maar de plek is om uit te rusten van je werk, is er iets goed fout. Vreemdgaan met je werk is dodelijk voor elke relatie.

Kostwinnersyndroom

Veel mensen – en vooral mannen – vinden dit allemaal gewoon. Ze vinden de kritiek op hun ”altijd maar bezig zijn voor hun werk” onterecht. Ze werken zich immers uit de naad om te zorgen voor meer dan brood op de plank!

Deze mensen lijden aan wat ik noem: het kostwinnersyndroom.  Ze voelen een grote verantwoordelijkheid om de kost te verdienen, maar denken ook dat daarmee hun taak volbracht is.

Ze voelen zich ook verantwoordelijk om dat ‘kost verdienen ‘ heel goed te doen en véél te verdienen. Vaak hoor ik de uitspraak:”Als ik niet zo hard werkte, zouden we ons niet dit huis en onze vakanties etc kunnen veroorloven!” Waarop de partner steevast antwoordt:”Liever een kleiner huis en een fijnere relatie met jou, dan dit!”

Uiteraard zijn er gezinnen bij wie het harde werken van de man – én vrouw- pure noodzaak is. Dáár zullen de partners niet klagen over het harde werken van de man. Misschien wel in het daarnáást ook nog meewerken in huis en gezin.

Emancipatie nog eenzijdig

Sinds de emancipatie nemen ook vrouwen hun werk bloedserieus. In veel sectoren moeten ze nog steeds op allerlei fronten ”bewijzen” dat ze net zo goed zijn als hun mannelijke collega’s. En hoe bewijzen ze dat vaak? Door béter te zijn dan hun mannelijke collega’s. Ook deze vrouwen lijken soms wel vreemd te gaan met hun werk. Het verschil is wellicht dat zij heel goed weten dat er thuis ook nog een aantal taken wacht.

De emancipatie heeft vrouwen immers wel kansen op de arbeidsmarkt gebracht, maar daarmee ook een dubbele verantwoordelijkheid: zowel voor het binnenbrengen van geld, als voor het reilen en zeilen thuis.

Veredelde stagiaire

Nog lang niet alle mannen ervaren die dubbele verantwoordelijkheid. Hoewel meer mannen dan vroeger hun aandeel in het huishouden leveren, doen velen dat in hetero-relaties toch nog steeds als een veredelde stagiaire: ze stellen bij alles vragen en voeren vooral opdrachten uit. Ze staan niet náást hun partner als mede-kapitein op de brug. Ze hebben nog niet hun eigen emancipatie doorgemaakt: ze geven hun rol als kostwinner alle prioriteit in plaats van hun aandacht en energie over hun verschillende rollen (ze zijn immers ook nog partner, vader, zoon…) te verdelen.

In de trainingen voor mannen zeg ik regelmatig:

Thuis begint je andere baan. Daar moet je energie voor over houden.

Veeleisende werkgevers

Nu is dat in veel gevallen makkelijker gezegd dan gedaan. Want de meeste keihard werkende mannen en vrouwen hebben te maken met veeleisende werkgevers. En die zitten niet alleen in de profitsector! Ook in onderwijs en zorg hebben managers niet in de gaten dat ze hun grootste kapitaal – hun medewerkers – over de kling jagen met al hun werkdruk.

Laatst zag ik een TEDX-talk over de burnout samenleving, waarin Ernst-Jan Pfauth de enorme werkdruk op veel werknemers aan de kaak stelt. Hij roept daarin iedereen op om zelf de grenzen te gaan stellen. Bijvoorbeeld door ’s avonds thuis op de bank níet meer elke 2 minuten je werkmail te controleren…

Voordeel is dat je dan ook meteen de verdenking wegneemt dat je écht vreemdgaat. Hoewel dat is wat je in feite doet: vreemdgaan met je werk. Realiseer je alleen dat je door zo hard te werken dan wel de lasten maar niet de lusten van het vreemdgaan geniet. Dus waarom zou je dat nog langer doen? Zo’n leuke minnaar (es) is die werkgever immers niet?

Je relatie en gezin hebben je nodig

 

vreemdgaan met je werkDus hoe moeilijk ook, zorg ervoor dat je je jezelf niet hoeft te beschuldigen van vreemdgaan met je werk. Verdeel je energie en zorg dat je nog wat overhoudt voor ’s avonds als je thuiskomt. Voor je partner en eventuele kinderen. Kom eens achter je laptop vandaan. Want je relatie en je gezin hebben je nodig… zelfs en misschien wel juist als ze altijd kritiek op je hebben!

 

Lees ook: Run je relatie als een bedrijf; Uitgangspunten bij relatietherapie

 

Meer aandacht voor de rol van vaders

Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de rol van vaders. Sinds april 2016 heeft Nederland zelfs een hoogleraar Vaderschap: Renske Keizer. Inderdaad, een vrouw. Er waren 5 kandidaten waaronder één vrouw. Toch is zij het geworden. Zelf zegt ze daarover dat dat misschien juist goed is: niemand kan haar verwijten dat ze voor eigen parochie preekt.

Vaderschapsverlof

In haar oratie – de speech bij het aanvaarden van haar hoogleraarschap – stelde ze dat we in Nederland achterlopen met onze visie op de rol van vaders en het belang van vaderschap.

Ze verwees onder andere naar het ontzettend korte bevallingsverlof voor vaders/partners(twee dagen), zeker in vergelijking met andere landen. Ook moeders hebben trouwens in de meeste landen meer verlof.

Ik las overigens in een gratis ebook van de De Praktijkvader dat je dat verlof uit kunt breiden door ook twee dagen calamiteitenverlof aan te vragen. Dan moet je wel de bevalling als een calamiteit zien :). (Ik ben het trouwens niet met alles in dat ebook eens).

Vanaf 2019 wordt het bevallingsverlof voor vaders 5 dagen. De Europese commissie heeft een paar jaar twee weken geadviseerd en Nederland heeft dat advies niet opgevolgd. Vandaag – 26 april 2017 – komt deze commissie met een wetsvoorstel, om alle aangesloten landen te verplichten om een bevallingsverlof van 10 dagen in te voeren. Renske Keizer pleit voor een maand.

Moeders moeten ruimte geven

In Nederland gaan we er volgens Renske Keizer nog teveel uit van het traditionele standpunt dat het de voornaamste taak van de moeders is om voor het gezin te zorgen en van de vaders om de hoofdkostwinnaar te zijn. Moeders besteden in Nederland gemiddeld twee keer zoveel tijd aan hun kinderen als vaders. Dit i.t.t. bijvoorbeeld de Scandinavische landen, waar de rol van vaders en de taakverdeling zo goed als gelijk is.

Ze benoemde ook dat moeders van hun troon af moeten en meer ruimte moeten maken voor vaders.

Dit komt ook overeen met mijn ervaring in mijn praktijk. Regelmatig blijkt uit de gesprekken tussen vaders en moeders dat veel moeders niet graag de zorg voor de kinderen voor langere tijd aan de vader overlaten. Ze zijn bv ongerust dat hij hen niet goed te eten geeft – wéér pannenkoeken :)- of de kinderen rare combinaties van kleren aantrekt. Dus ze koken zelf van tevoren verantwoord eten en leggen de juiste kleren klaar.

Mijns inziens gooi je daarmee als moeder je eigen glazen in. Zo blíjf jij de regie én alle verantwoordelijkheid houden en is je partner hooguit werknemer in jouw bedrijf. Hij zal op zijn beurt heel gemakkelijk de verantwoordelijkheid bij jou blijven neerleggen. Ik ben het in dit opzicht erg met Renske Keizer eens.

Keizer hekelde ook het woord ‘papadag’, omdat dit suggereert dat alle andere dagen automatisch mamadagen zijn. Dit leuke interview met haar geeft een goed beeld van haar visie en geeft wat boeiende inzichten.

Emancipatie van mannen nodig

Het goede van de emancipatie was dat vrouwen vanachter het aanrecht vandaan konden komen. Het werd geaccepteerd dat ze bleven werken, als ze trouwden (tot de jaren 60 werd een vrouw meestal ontslagen als ze trouwde!).

Het nadeel was echter dat bij veel stellen de taken binnenshuis vervolgens lang niet altijd anders verdeeld werden. Dus kregen de meeste vrouwen er door de emancipatie een taak bíj. Namelijk zichzelf ontwikkelen en mede-kostwinner worden.

En helaas is dat in veel gevallen nog steeds zo. Met als gevolg dat veel vrouwen nu overbelast zijn. Zeker perfectionistische vrouwen: ze moeten nu niet alleen de perfecte moeder, huisvrouw en partner zijn, maar ook nog de perfecte werkneemster.

De emancipatie van vrouwen is wat mij betreft dan ook nog lang niet gelukt. Er is een verandering in visie nodig bij zowel de vaders als de moeders. Veel vaders van tegenwoordig vinden vaderschap belangrijk, maar hebben nog niet in de gaten op hoeveel momenten zij de regie bij hun vrouw laten. En veel vrouwen hebben nog niet in de gaten hoe vaak zij die regie zelf vast blijven houden.

Net zoals in de samenleving: het is niet voor niets dat vrouwen nog steeds in de minderheid zijn in hogere functies, maar bijvoorbeeld ook bij praatprogramma’s ’s avonds laat. Het is ook niet voor niets dat mannen nog steeds minder voor kinderen zorgen. Daar zit een vasthouden aan oude ideeën en waarden en normen achter.

Om de emancipatie van vrouwen te laten slagen is er ook een verdere emancipatie van mannen nodig.

Vaders moeten ruimte némen

Waar de emancipatie vrouwen heeft gestimuleerd om hun rol op de arbeidsmarkt in te nemen, is het omgekeerde dus minder van de grond gekomen. Dat ligt ook aan de vaders zelf. Niet alle vaders hebben hun rol in het gezin en bij de opvoeding al bewust genoeg opgepakt.

Zo horen we vaak van gescheiden vaders, dat ze pas echt hun vaderschap zijn gaan invullen, toen ze gedwongen werden om alleen voor hun kind(eren) te zorgen. En dat ze dat zo’n verrijking vinden voor hun leven, dat ze die zorg nooit meer kwijt willen. Het zou toch jammer zijn om te moeten scheiden om die ervaring op te doen!

Wat ons betreft moeten vaders dan ook hun plek als vader bewust en doordacht innemen. Nadenken over het vaderschap – liefst vóórdat de eerste geboren is – maakt je relatie meer babyproof!

Ook Gottman, relatie- en gezinstherapeut en onderzoeker- stelt in zijn boek: “And baby makes three” het belang van de vaderrol aan de orde. Nadenken over vaderschap en daar bewust mee omgaan blijkt één van de voornaamste voorwaarden voor jonge stellen te zijn om gezinsuitbreiding goed te doorstaan.

Vaders gelukkiger door zorgen voor kinderen?

Vincent Duindam is een socioloog die sinds de jaren 90 de rol van vaders onderzoekt. Hij heeft vele vaders, die expliciet zorgtaken in het gezin hadden, jarenlang gevolgd. Uit zijn onderzoek bleek dat vaders gelukkiger worden van het zorgen voor hun kinderen. Hun band met de kinderen wordt hierdoor aanzienlijk versterkt, hun relatie met hun partner wordt veel beter. En – opvallend, maar begrijpelijk gegeven – mannen die voor kinderen zorgen, gaan ”onthaasten”.  Begrijpelijk, want ga maar eens haasten met kinderen: tien tegen een bereik je het tegenovergestelde :).

De ervaring met zorg geeft vaders een heel andere visie en perspectief op het leven. Volgens Duindam is die andere invalshoek een ”noodzakelijk tegenwicht in een tijd van prestatiedruk, flexibilisering en rendementsdenken”. Een samenvatting van zijn visie, geschreven door Dylan van Rijsbergen, kun je lezen in diens artikel:“Wat is er zo byzonder aan vaders?”

Een recent onderzoek van Sean de Hoon (gepromoveerd in april 2017) geeft echter een andere uitkomst. Het zorgen voor kinderen maakt mannen helemaal niet gelukkiger. Vaders zijn juist gelukkiger als ze fulltime werken! Volgens de Hoon komt dat doordat ze dan beter aan de verwachting voldoen dat de vader de kostwinner is. Het is me niet duidelijk of dat zijn eigen hypothese is of dat dit óók uit zijn onderzoek blijkt.

De rol van vaders

Uit onderzoeken blijkt tot nu toe de rol van vaders heel belangrijk te zijn in de ontwikkeling van taal en spel van het kind. Er is minder probleemgedrag bij kinderen die veel met hun vaders gespeeld en gestoeid hebben. Ze doen het beter op school, zijn socialer en kunnen beter omgaan met agressie.

Vaders durven vaak meer. Daarmee leren ze hun kind om niet zo bang te zijn, maar dingen gewoon uit te proberen. Het bekende voorbeeld is dat van vaders die hun kind de lucht in gooien en weer opvangen. Moeders houden vaak hun hart vast. (Overigens kan ik hen aanraden het zelf eens te doen: dan ontdek je dat het helemaal niet zo eng is ;).)

Volgens Keizer blijkt uit buitenlands onderzoek ook dat kinderen met betrokken vaders beter presteren op school, minder probleemgedrag vertonen en betere relaties aangaan. ”Maar of dat gedrag komt doordat de vader betrokken is, weten we nog niet precies. Dat is een van de kernpunten van mijn onderzoeken.’’ De bestaande onderzoeken zijn volgens haar namelijk beperkt, omdat ze zich voornamelijk op hoogopgeleide vaders hebben gericht. Daarmee zou de positieve invloed ook veroorzaakt kunnen worden door erfelijke factoren als intelligentie en beter economische hulpbronnen.

Lesbische ouders of BAM

Persoonlijk vraag ik me af of de rol van vaders specifiek gendergebonden is. Lang niet alle vaders zijn gelijk, net zo min als alle moeders. Uiteraard ontstaan stereotypen niet voor niets. Maar is een vader bijvoorbeeld zo veel minder angstig omdat hij man is? Of zou het verschil er in zitten dat hij het kind niet gedragen heeft en dus geen symbiose met het kind heeft gekend? Zou een niet-mannelijke opvoeder, die het kind niet gedragen heeft, niet hetzelfde doen?

Dat lijken mij belangrijke vragen voor lesbische of homo-ouderparen en voor Bewust Alleenstaande Moeders.

Al in 1996 promoveerde R. de Kanter op een onderzoek met als titel:”Een vader is een mannelijke moeder”. Zij vond – tegen haar verwachting in! – geen aanwijzingen dat kinderen van lesbische ouders een vader zouden missen en dat dit van negatieve invloed zou zijn op hun identiteitsontwikkeling.

Deze bevindingen worden bevestigd door Henny Bos, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Het platform voor holebi-ouders Meer dan Gewenst had in 2013 een interview met haar over kinderen van same-sex-koppels.

Betrokken opvoeders

Ik ben geen onderzoeker. Maar ik denk uit al deze onderzoeken wel een conclusie te kunnen trekken. En die conclusie luidt: het is ontzettend belangrijk dat alle opvoeders, of ze nu man of vrouw, zijn serieus betrokken zijn op het kind en dat in hun gedrag concreet laten merken. Dus allemaal regelmatig tijd met het kind doorbrengen en zorgtaken voor het kind op zich nemen.

Ook Gottman benoemt dat het niet zoveel uitmaakt of de ”vaderrol” ook letterlijk door een man wordt gespeeld. Zolang de kenmerken van die rol maar ingevuld worden náást de kenmerken van de moederrol.

En een tweede conclusie lijkt me dat een kind méér – maar ook weer niet teveel – opvoeders heeft, zodat het met verschillende invloeden in aanraking komt. Dat maakt het dan ook weer belangrijk dat opvoeders niet teveel op elkaar gaan lijken, maar juist hun verschillen in ere houden.

 

______________________________________________________
Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit.
In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742.

Hier kun je je gratis abonneren op haar blogabonneer.

Relatieproblemen door komst baby

Op 7 november j.l. organiseerden de PvdA en de Christenunie samen een bijeenkomst in de Tweede Kamer met deskundigen onder de titel: ”Hoe babyproof zijn relaties?” Aanleiding was een brandbrief van een aantal deskundigen en instellingen uit de jeugdgezondheidszorg over het grote aantal kinderen dat een scheiding meemaakt.  Dat overkomt in Nederland namelijk 70.000 kinderen per jaar. Onderzoek leert dat kinderen van gescheiden ouders zelf ook weer eerder scheiden. Dus zonder maatregelen zal dit aantal kinderen alleen maar toenemen.

Als relatietherapeut herken ik het beeld. Wekelijks zie ik uitgeputte  jonge ouders, die elkaar aan het kwijtraken zijn. Ze zijn doodmoe en ergeren zich aan alles van elkaar. Kleine irritaties monden steeds vaker uit in ruzies. En die ruzies escaleren steeds vaker in eindeloze gevechten. Of in ijzige stiltes.

En dit zijn dan nog de ouders die hulp zoeken…

Gebrek aan nachtrust is niet het enige

Het bekendste probleem bij de komst van een baby is natuurlijk het gebrek aan nachtrust. Er zijn echter veel meer zaken, die jonge ouders tegenvalt:

De 24/7 verantwoordelijkheid, die een baby opeens met zich meebrengt.
Het niet meer even uit kunnen gaan, als je er zin in hebt.
Het feit dat het schema van de baby opeens altijd vóór gaat. En dat je een onrustige baby krijgt, als je dat níet doet.
De verantwoordelijkheid voor zo’n hummeltje en de ongerustheid, die dat met zich mee kan brengen.
De impact van borstvoeding, zeker als die niet helemaal naar wens verloopt.
Problemen met de huishoudelijke organisatie en taakverdeling.
Gebrek aan aandacht voor elkaar als partners. Geen of weinig zin in vrijen…
Enzovoort enzoverder.

Sommige stellen redden het desalniettemin heel goed en vormen een hecht team. Ze bespreken rustig samen alle problemen en komen tot een oplossing, die voor beiden werkt.

Er zijn echter ook stellen, die het niet lukt om problemen goed uit te praten. Die elkaar vanuit onmacht en oververmoeidheid steeds meer verwijten gaan maken. Die langzamerhand meer elkaars tegenstanders dan partners lijken te worden. Die zich afvragen:”Hoe heb ik ooit verliefd op hem/haar kunnen worden?” Die steeds meer op een scheiding afstevenen. En die zich schamen om hulp te zoeken…

Jonge vaders en moeders vaak even onervaren

Twee generaties geleden deden de meeste jonge vrouwen  al vroeg ervaring op met baby’s en kinderen.  Zo had ik zelf als oudste kleindochter op allerlei familiefeesten automatisch de zorg voor mijn jongere broertje en zusje en voor alle jongere neefjes en nichtjes. Ik verschoonde de ene poepluier na de andere, gaf flesjes, liet de baby’s boeren, wiegde ze in slaap, deed spelletjes met de peuters etc. Als 11-jarige ging ik bij een tante logeren, die net een baby had en deed ik zelfstandig die baby in bad. Vanaf mijn 14e had ik vaste oppasadresjes met kinderen in allerlei leeftijden. Kortom, ik was behoorlijk ervaren met baby’s en kleine kinderen toen ik op mijn 27e zelf mijn eerste baby kreeg.

Met de kleinere gezinnen en de minder grote familieband hebben lang niet alle jonge vrouwen deze automatische ”scholing”. Tegenwoordig is de eerste luier, die een jonge moeder verschoont vaak die van haar eigen baby. Ze heeft net zo weinig ervaring als de jonge vader. Maar: er heerst bij beiden nog wel het idee dat de moeder het beter zou weten dan de vader!

Dat geeft van van het begin af aan een ongelijkheid. Bijna automatisch wordt door de jonge vader verwacht dat de jonge moeder de regie neemt. En bijna automatisch zet de moeder de symbiose met hara baby voort, die er natuurlijk in de baarmoeder was. Als de baby te lang blijft huilen, geeft hij hem gauw aan haar of strekt zij haar armen al naar de baby uit. Voordat hij zelf na heeft kunnen denken, zegt zij al hoe iets moet. En hij vraagt op zijn beurt bij alles hoe zíj het wil.

Terwijl zij vaak net zo onzeker is en het eigenlijk óók niet precies weet! Zij kan hierdoor het gevoel krijgen dat ze er alleen voor staat. Hij kan zich buitengesloten gaan voelen.

Verschil tussen vader en moeder

Mannen hebben vaak een nuchterder en pragmatischer visie. Van daaruit moeten zij soms de moeder begrenzen. Vrouwen voelen – door de symbiose die ze met de baby hadden in de zwangerschap – de baby vaak beter aan. Daar kunnen zij de vader weer over informeren. Beide aspecten zijn belangrijk.

Overigens geldt ditzelfde verschil ook in vrouw-vrouw gezinnen tussen de biologische en de niet-biologische moeder. En ook bij mannenstellen, die een baby adopteren, zal er een rolverdeling ontstaan. Gewoonweg omdat ouders per definitie balanceren tussen gevoelsmatig en verstandig reageren, tussen vertrouwen en bezorgdheid. En beide kanten zíjn ook nodig in elke opvoeding. Het is juist de combinatie van deze en andere aspecten die de balans brengt.

In elk systeem dient zich daarom vroeger of later altijd die tegenpool aan. Als de één ”links” zegt, kan de ander geneigd zal zijn om ”rechts” te zeggen. Of minstens de behoefte voelen om dat rechts te onderzoeken. En al helemaal als het om je baby gaat. Per definitie.

Het is belangrijk om dat als stel te weten. Je partner zit je niet te pesten als h/zij het niet met je eens is! Hij wil ook de andere kant onderzoeken. Om daarna de beste keuze te kunnen maken. Zo werkt dat nu eenmaal. Zoals na regen altijd ooit weer zonneschijn komt. Of zoals geluksmomenten altijd weer plaats zullen maken voor de dagelijkse werkelijkheid. Dat is een soort natuurwet.

Natuurlijk zijn er ook stellen die het altijd met elkaar eens waren. Maar dat kan na de komst van een baby opeens veranderen. Want het gaat niet meer alleen om jezelf. Je moet nu ook nadenken voor dat hummel, dat nog niets kan zeggen.

Omgaan met verschil van mening

In een relatie betekent dat dus dat je moet kunnen omgaan met verschil van mening. Dat je er tegen moet kunnen als je partner iets anders wil dan jij. Dat je bereid moet zijn om naar zijn of haar argumenten te luisteren. Om die vervolgens zelf te onderzoeken en te bepalen wat je daarvan vindt. En om er rustig met elkaar een gesprek over te voeren. Geen discussie van wie er gelijk heeft, want het gaat niet om gelijk krijgen. Het gaat erom dat je samen tot de beste oplossing of de beste aanpak  komt.

De slagzin, die ik vaak tegen partners zeg, is dan ook: ”Geen discussie maar dialoog”. Want bij een dialoog gaat het niet om winnen of gelijk krijgen. Bij een dialoog gaat het erom dat je de ander leert begrijpen. Wat weer niet hetzelfde is als het met elkaar eens worden. Dat is het belangrijkste wat alle partners te leren hebben.

Ouder én partner zijn

Een ander probleem is de aandacht voor elkaar. Door alle drukte komen veel ouders niet meer toe aan zichzelf en aan elkaar. De baby gaat vóór alles. In het beste geval gaan de jonge ouders nog om de beurt sporten. Maar daar houdt het dan ook mee op. Met z’n tweeën nog iets leuks doen? Dan moet er altijd eerst een oppas geregeld worden en dat is niet voor elke jonge ouder zo eenvoudig.

Maar ook samen thuis echt aandacht aan elkaar besteden, schiet er vaak bij in. Elkaar de vraag stellen: ”Hé lieverd, hoe ís het met je?” Of  elkaar met échte aandacht en niet snel/snel een knuffel of een kus geven.

Gottman, een Amerikaanse onderzoeker naar relaties, heeft ontdekt dat een mens 6 seconden nodig heeft om bij een kus of een knuffel je aandacht écht op de ander te richten. Dus minder dan 6 seconden voelt niet als echte aandacht. We geven daarom stellen vaak de opdracht om elkaar elke dag minstens één keer een 6- seconden-kus te geven. En wat zijn nu 6 seconden….?

Relatieproblemen na komst baby

Uit een onderzoek in 2015 in de vinexwijk Vathorst in Amersfoort bleek dat 83% van de ouders na de geboorte van hun eerste kind relatieproblemen had. En ruim de helft was gescheiden voor het eerste kind 5 jaar was.

Amerikaans onderzoek van Gottman laat eenzelfde beeld zien: 2/3 van alle relaties verslechtert aanzienlijk binnen 3 jaar na de geboorte van een kind. En 50% van de jonge ouders is gescheiden voordat het eerste kind 5 jaar is!

Is je relatie babyproof?

Reden genoeg om je af te vragen of je relatie babyproof is. Zijn jullie voorbereid op de problemen die het krijgen van een baby met zich meebrengt? Kunnen jullie goed omgaat met verschillen van meningen? Weten jullie van elkaar hoe de ander reageert onder stress? En hoe je daar als partner het beste mee om kunt gaan? Hebben jullie van tevoren samen nagedacht over zaken, die voor ieder van jullie belangrijk zijn? Zoals: wie gaat er ’s nachts uit als de baby huilt?  Hoe gaan we om met zijn week skiën met vrienden? En met haar behoefte om nog een extra opleiding te doen, waardoor ze veel weg is? Gaan we echt nu nog dat nieuwe huis kopen waar ook veel verbouwd moet worden? Welke sociale verplichtingen slaan we over als we moe zijn? Welke rol geven we opa’s en oma’s? etc

Voorbereiden op komst baby

Als ouders, al voordat de baby komt, geleerd hebben om effectief met hun conflicten om te gaan, scheelt dat al een slok op een borrel. Het helpt enorm als ze van elkaar weten, hoe ieder reageert onder stress en geleerd hebben hoe daar mee om te gaan. Als ze over een aantal belangrijke zaken van tevoren samen hebben nagedacht, die je als jonge ouders nu eenmaal tegenkomt.

Er zijn echter nog niet zoveel trainingen of cursussen voor jonge ouders die over dit soort relatie-aspecten gaan. Reden waarom ik een mini-training voor aanstaande ouders heb ontwikkeld. Met als titel:”Is je relatie babyproof?

Lees hier meer over op mijn pagina: Relatietrainingen.

 

______________________________________________________

Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit. In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742. Hier kun je je gratis abonneren op haar blog: abonneer op blog

 

Huiselijk geweld

In mijn praktijk zie ik een enkele keer stellen, die elkaar echt slaan en schoppen. Ik zie echter bijna dagelijks stellen, waar sprake is van passieve en/of verbale agressie. Ook passieve en verbale agressie zijn vormen van huiselijk geweld, die diepe sporen na kunnen laten bij alle betrokkenen.

Passieve agressie

We spreken van passieve agressie als een partner zich terugtrekt en een muur optrekt ten opzichte van de ander. Ze reageren misschien zelfs heel beleefd, maar aan alles voel je dat er geen contact mogelijk is. De beleefdheid voelt ijzig aan. Er is geen openheid, geen bereidheid tot echte communicatie. Soms is er ook geen sprake meer van beleefde contactloze communicatie, maar wordt de ander letterlijk genegeerd. Meestal is het de man, die zich terugtrekt, maar er zijn ook vrouwen die er wat van kunnen!

Het is onverdraaglijk als je geen contact meer kunt krijgen met je partner. Als hij wel tegen je praat, maar je aan alles voelt dat hij/zij zich niet meer laat raken. Je kunt praten als Brugman, maar je komt niet binnen. De deur zit dicht. En hoe harder je er op bonkt, hoe meer die deur aan de binnenkant gebarricadeerd wordt.

Verbale agressie

Passieve agressie roept niet zelden verbale agressie op. Verbale agressie is agressie met woorden. Je partner achtervolgt je met woorden, verwijten, scheldpartijen, kleineringen, vernederingen…  Alsof zij/hij niet meer wil of kan ophouden met het verbale geweld.

Je partner houdt misschien niet meer op met schelden en kritiek, omdat ze contact wil: ze gaat dood aan die stilte, aan het negeren, aan het ijzig beleefd zijn. Zij/hij gaat net zo lang door, tot je reageert. Soms lijkt het wel op een mitrailleur, die maar doorratelt. En dan blijkt je muur is niet zo dik als hij lijkt: je hoort misschien de woorden niet, maar je hoort wel de intonatie, de voortdurende aanval. Nergens vind je rust, overal achtervolgen de verwijten je. Je trekt je steeds verder terug, óf: je haalt opeens uit. Woedend. Je laat de rem bijna helemaal los. Je gooit nog net die mooie vaas van zijn/haar moeder niet op de grond, maar verbaal haal je alles uit de kast. Nú is de maat vol.

Maar het kan net zo goed omgekeerd: dat het begint met verbale agressie en eindigt met passieve agressie. Je trekt je terug en zegt alleen nog het hoognodige, want je voelt je toch niet gehoord en niet begrepen. Je laat je partner niet meer toe. Langzamerhand word je een soort koelkast.

Zo vertellen partners ons over hoe ze zich voelen onder het geweld dat ze ervaren: de passieve agressie van de partner die zich terugtrekt en de verbale agressie van de partner, die zo graag contact wil. En vaak zitten ze hiermee in een vicieuze cirkel.

Huiselijk geweld

De meeste stellen noemen dit zelf geen huiselijk geweld. Toch is het dat wel. Het is grensoverschrijdend gedrag. Het is een vorm van communicatie waarin partners zichzelf niet meer (willen) beheersen. Waarin ze vinden dat ze het recht hebben om ”zichzelf” te zijn. Wat in dit geval betekent, dat ze alles willen kunnen zeggen of doen, wat op dat moment in hen opkomt. Ook al gaan ze daarmee over hun eigen grens en over die van hun partner. Ze laten hun eigen waarden en normen los, die ze op het werk of bij vrienden nog wel zouden hanteren. Ze ”trakteren” hun partner op hun slechtste eigenschappen, met als excuus dat hij/zij die dan maar niet op had moeten roepen. ”Thuis” lijkt alles geoorloofd…

De definitie van huiselijk geweld wordt op de website Voor een veilig thuis  omschreven als:

Huiselijk geweld is geweld gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Het gaat dan om partners, ex-partners, gezinsleden, familieleden of huisvrienden. Er is bij huiselijk geweld meestal sprake van een machtsverschil: het slachtoffer is afhankelijk van de pleger. Het geweld kan zowel lichamelijk zijn als seksueel of psychisch.

Niet zelden leidt de psychische vorm van huiselijk geweld uiteindelijk ook tot de fysieke vorm. En bovendien kunnen mensen ziek worden van psychisch geweld. Zoals de fysieke vorm van geweld per definitie ook psychische wonden oplevert.

Gevolgen voor de kinderen

Ook kinderen kunnen de dupe worden van passieve of verbale agressie tussen partners. Zij voelen de sfeer vaak feilloos aan en reageren daar op hun eigen manier op. Niet zelden gaan kinderen dan de agressie uiten, die de ouders inhouden, maar die wel voelbaar is. Ze worden lastig en maken zo (uiteraard onbewust) zichzelf tot de zondebok.

Ook kan het zijn dat zij ongewild dezelfde behandeling krijgen als de partner. De ruzie met de partner wordt dan op hen afgereageerd. Ze stuiten bij hun vader of moeder dan op dezelfde muur als waar de partner tegen aan loopt. Of ze krijgen te maken met (verbaal-)agressieve reacties.

Het tegendeel kan ook gebeuren: ze worden dan door één van beide partners ”gebruikt” om de warmte op te leveren, die bij de partner zo gemist wordt.  Of ze worden gebruikt als praatpaal of als argument. Hoe vaak hoor ik niet één van de ouders zeggen:”Ik wil ze er niet bij betrekken, hoor, maar de kinderen vinden ook dat….”  Vaak komen kinderen daardoor in een ernstig loyaliteitsconflict.

Week tegen kindermishandeling

De psychische consequenties voor kinderen zijn altijd ingrijpend. De veiligheid, die ze nodig hebben om op te groeien tot gezonde volwassen mensen, wordt hierdoor enorm aangetast. Deze week is het de week tegen de kindermishandeling. De oproep is hier vooral gericht aan de omstanders: ”Kijk niet weg! Meldt het of bel om advies met deskundigen als je vermoedt dat er sprake is van kindermishandeling! ”

Zoek hulp

Maar als het jezelf en je partner betreft: laat het niet zover komen. Realiseer je dat zelfbeheersing óók thuis noodzakelijk is. Waarom zou ’thuis’ vooral het slechtste van jezelf moeten krijgen?

Doorbreek die vicieuze cirkel en sta stil bij wat je aan het doen bent. Is dit werkelijk wat je wil? Is je gedrag effectief?

Als er regelmatig sprake is van huiselijk geweld, ook al is het ”alleen maar” in de vorm van verbale of passieve agressie: zoek hulp!

______________________________________________________

Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit. In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742. Hier kun je je gratis abonneren op haar blog: abonneer op blog

Kerstrituelen in je gezin

foto kerststalGisteren heb ik de kerstboom gezet met daaronder, zoals al 25  jaar, de ‘kerststal’ met zelf gehaakte poppetjes. Gehaakt… ja, kan het truttiger?

Gezinsgeschiedenis

Maar onze kerststal vertelt een stuk van onze gezinsgeschiedenis. Hij is met ons meegegroeid en vertegenwoordigt iets gezamenlijks. Hij is namelijk het resultaat van gezamenlijke keuzes en creativiteit.

Ruim 25 jaar geleden vond ik het boekje met patronen voor een gehaakte kerststal. Nadat ik het eerste jaar de noodzakelijke Jozef, Maria en het kindje had gemaakt, mochten de kinderen vervolgens elk jaar kiezen welk figuurtje ik zou maken. Ik maakte er een of twee per jaar. Er kwamen 3 engeltjes, de 3 koningen, een os en een ezel, een schaap, een herder en een hond. En verder was er tot mijn toenmalige vreugde ook gedacht aan het ”gewone volk” dat op bezoek kwam: een visser, een bloemenvrouwtje, een spinster en een molenaar. (Dezelfde patronen zijn gebruikt voor één van de kerststallen in de kerststallencollectie van de voormalige Landstichting, inmiddels Museum Orientalis, te Nijmegen geheten.)

Was Jezus wel blank?

Toen na ruim 10 jaar alle patronen op waren, verzonnen de kinderen ze zelf. Als eerste vonden ze dat het ontbrak aan kinderen, wat de herdersjongen opleverde. Vervolgens merkten ze, inmiddels op de kritische leeftijd gekomen, op dat alle poppetjes blank waren. ”Was Jezus wel blank, hij leefde toch in Palestina?”, vroeg onze oudste zoon. Dus er kwam een zwarte vrouw en het jaar erop een zwart kindje en het jaar daarop een zwart schaap, tot hilariteit van de inmiddels puberende kinderen.

Traditie

Toen hield ik er mee op. De kinderen gingen het huis uit. Toen ik echter op een gegeven moment dacht:”Die stal laat ik dit jaar maar in de doos, het is wel erg oubollig”, kwam er een storm van protest van de inmiddels studerende kinderen, die voor het kerstdiner aanschoven:”Waarom heb je de stal niet opgezet? Die hoort erbij!”’ En altijd kreeg de, aanvankelijk steeds wisselende, aanhang het verhaal te horen van het elk jaar mogen kiezen van een nieuw figuurtje.

3 koningenTot twee jaar geleden de oudste kleinzoon van 5 vroeg:”Oma, waar is de olifant? En er hoort toch ook een kameel bij?”‘ Dus ik was zo goed niet of ik pakte de traditie weer op en haakte een olifant. En dit jaar ontwierp ikzelf het patroon voor een kameel. Zometeen ga ik manden haken die aan weerszijden van zijn bulten komen te hangen.

Rituelen

Want niets is sterker en werkt meer verbindend in een relatie of gezin dan gezamenlijke rituelen. In onze tijd van steeds weer nieuwe dingen willen, staan we daar vaak niet meer stil. Maar met Kerstmis gaat het bijna vanzelf.

Daarom mijn advies aan elk nieuw samengesteld gezin en ook aan elk nieuw stel: sta samen expliciet stil bij de rituelen, die elk uit zijn gezin van herkomst meebrengt. En overleg welke rituelen jullie willen overnemen, en welke nieuwe gebruiken jullie kunnen verzinnen, die tot rituelen kunnen uitgroeien.

Het zou leuk zijn om hieronder voorbeelden te lezen van rituelen, die jullie gebruiken, zodat we elkaar op ideeën kunnen brengen.

 

_____________________________________________________
Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit.
In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742.

Hier kun je je gratis abonneren op haar blogabonneer.

 

 

Is mijn partner egoïstisch?

Vind jij je partner egoïstisch?  Snap je absoluut niet dat hij nu niet aanvoelt hoe die afspraak bij jou over zal komen? Vind je dat zij altijd zo ontzettend weinig rekening met je houdt?

Je bent niet de enige. In onze praktijk voor relatietherapie horen we deze klacht vaak. De partner zit er dan boos of schuldbewust bij, maar snapt tegelijkertijd niet, waar het nu toch fout gaat. Hoezo heeft ze nu tóch opeens moeite met die afspraak? Waarom heeft ze dat toen niet meteen gezegd?  Als ze geprotesteerd had, had je best wat anders kunnen regelen!

Zij zucht: moet ze dan altijd alles uitspellen? Kan hij niet zélf bedenken hoe iets voor haar is? Ze had niets gezegd omdat er een discussie zou zijn ontstaan…. en ze heeft genoeg van al die discussies! Ze wil nu eindelijk dat hij uit zichzelf aan haar denkt!

Egoïstisch of zeurpiet?

De aanduiding hij/zij is hier volledig inwisselbaar. Deze situaties zijn niet gender-gebonden. En komen dus net zo goed bij hetero- als bij homo- of lesbische stellen voor.

Wat is hier aan de hand? Zijn al die partners egoïstisch? Zijn al die andere partners zeurpieten? Zo lijkt het wel als je naar ze luistert. Kennelijk raken bepaalde gedragingen de ander zeer diep en drukken op de bekende rode knop: de elkaar-veroordelende uitspraken zijn meestal niet van de lucht!

We zien dit patroon in de relatietherapie heel vaak. Uiteraard kunnen er verschillende dingen aan de hand zijn. Bij doorvragen ontdekken we echter vaak, dat beide partners uit verschillende gezinsculturen komen.

Ik-cultuur

De ene partner komt vaak uit een gezin, waar een ”ik – cultuur” heerst: ieder zorgt voor zichzelf. Waar iemand dat even niet redt, kan hij om hulp vragen en dan is er best wel iemand bereid om te helpen. Waar twee belangen botsen, is er even een clash, wordt er gediscussieerd en is er bereidheid om er samen uit te komen.

Het uitgangspunt is echter, dat ieder voor zichzelf opkomt. Je gaat er niet van uit dat iemand kan ruiken wat je nodig hebt, dus je vraagt om hulp. Je wacht niet tot je plek kríjgt van de ander, je neemt zelf je plek in. Het gezin is een verzameling individuen, ook wel ”los-zand-gezin” genoemd. De autonomie van ieder staat centraal. Het schort wel nogal eens aan de verbinding.

Wij-cultuur

De andere partner komt vaak uit een gezin met een ”wij-cultuur”: iedereen gaat voor het geheel van het gezin, voor het samen, voor de verbinding. Iedereen is op iedereen afgestemd en houdt voortdurend rekening met elkaar. Iedereen helpt elkaar ongevraagd. Ook laat ieder voortdurend het belang van de ander voorgaan.

Omdat iedereen dat doet, klopt de balans van geven en nemen meestal goed en valt niemand uit de boot. Iedereen is met elkaar verweven. We noemen zo’n gezin ook wel een ”kluwen-gezin”. Hier staat de verbinding met elkaar centraal. Het schort hier echter nog wel eens aan de autonomie van elk lid afzonderlijk.

In de pedagogiek is sprake van een continuüm aan gezinsculturen met het ”los-zand-gezin” aan het ene uiterste en het ”kluwen-gezin” aan het andere uiterste

Uitersten trekken elkaar aan

Ook al leven wij in een westerse, zogenaamd individualistische samenleving, toch komen wij veel ”wij-culturen” tegen, zowel in Noord Holland, als in Brabant/Limburg (wij werken in beide regio’s). Oost en west ontmoeten elkaar voortdurend! En vaak komen we beide culturen tegen binnen één stel: waarschijnlijk hebben ze elkaar immers gekozen omdat de tegenstelling zo aantrekkelijk is!

Beide culturen zijn legitiem, beide culturen hebben hun voor- en nadelen en in beide culturen kun je doorschieten. Het is prima om voor je zelf op te komen en mondig te zijn; het is ook prima om af te stemmen op de behoeften van een ander en daar wat voor over te hebben. Maar je kunt je voorstellen wat er gebeurt als iemand uit een wij-cultuur gaat samenwonen met iemand uit een ik-cultuur. Dat wil zeggen: na de periode van verliefdheid, want verliefdheid zorgt er nu eenmaal voor dat je heel erg op de ander gericht bent. In de verliefdheid zit iedereen tijdelijk in de ”wij- cultuur”.

Na die eerste mooie fase kan er het volgende gebeuren: partner A uit de ik-cultuur zorgt voor zichzelf, dus voor partner A. Partner B uit de wij-cultuur zorgt echter óók voor partner A. Partner A krijgt dus alle zorg en aandacht en B krijgt niets.

Vaak reageert partner B daar in eerste instantie op door zich aan te passen en nóg meer te gaan doen waar hij (of zij) goed in is: zorgen voor de ander. Na verloop van tijd gaat partner B echter zoveel missen dat hij impliciet boos wordt. En vanuit boosheid langzamerhand voor zichzelf op gaat komen. Maar omdat dit niet zijn gewone manier van doen is, moet hij extra kracht zetten. Die kracht kan hem juist extra egoïstisch doen overkomen.

Samengestelde gezinnen

Bij samengestelde gezinnen kunnen die verschillen vaak nog scherper naar voren komen, omdat niet alleen (meestal) beide partners verschillend zijn, maar ook hun kinderen! Dus ergert de één zich niet alleen aan de partner, maar ook aan diens kinderen en omgekeerd. De partner uit het kluwengezin vindt de kinderen uit het los-zand-gezin dan bijvoorbeeld erg egoïstisch. En constateert – terecht – dat zijn/haar eigen kinderen altijd aan het kortste eind trekken. De ander vindt juist dat de kinderen uit het kluwengezin wel wat meer voor zichzelf mogen leren opkomen!

Van elkaar leren

Belangrijk is om te beginnen om dit verschil in cultuur te erkennen en te stoppen met elkaar erom te veroordelen. Want met al die veroordelingen maak je de sfeer alleen maar slechter en ontstaat er nooit een gezonde verbinding.

Ook is het belangrijk om in te zien dat je van elkaar kunt leren. De partner uit de ik-cultuur kan leren om wat meer uit te gaan van verbinding. En de partner uit de wij-cultuur kan leren om stil te staan bij wat h/zij zélf wil en beter voor zichzelf op te komen.

Samen een eigen gezinscultuur bouwen

Want als stel zul je samen tot een eigen gezinscultuur moeten komen. Die noodzaak ben je waarschijnlijk ook al in het praktische vlak tegengekomen, toen je ging samenwonen. Daar dienden zich in het begin allerlei tegenstellingen aan:

Vouw je de handdoeken bijvoorbeeld op de manier van partner A of van partner B? Is ééns in de week stofzuigen genoeg, zoals A wil? Of om de andere dag zoals B wil? Laat je na het eten de afwas eerst staan om even lekker onderuit te zakken zoals A wil? Of ruim je eerst alles op en heb je dán pas rust, zoals B dat gewend was? Ik zou hier een oneindig aantal voorbeelden kunnen noemen. In al die situaties heb je met elkaar moeten overleggen of zonder afstemmen hoe je het zult doen. (Overigens merken we in relatietherapie ook vaak dat er bij veel stellen nog veel problemen over deze praktische dingen zijn en dat er te weinig overlegd en afgestemd wordt…)

Die noodzaak van overleg en afstemming is er dus echter ook op het sociale en emotionele vlak. Hoe houd je rekening met elkaar? En hoe kom je voor jezelf op? Het is natuurlijk het mooist om een mix te maken van het beste van beide culturen. En die mix ontstaat – uiteraard – enerzijds door er samen over te praten en te benoemen wat je belangrijk vindt. En anderzijds door regelmatig ook zonder woorden op elkaar af te stemmen!

_____________________________________________________
Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen amen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit.
In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742.

Hier kun je je gratis abonneren op haar blogabonneer.

Overleggen

Partner 1 (meestal een man): ”Schat, ik ga sporten!’’
Partner 2 (meestal een vrouw): ”Nu?!!!  Had je dat niet even kunnen overleggen?”
Partner 1, een paar dagen later: ”Schat, ik wou even gaan sporten. Mag dat?’’
Partner 2:“Zeg, ik ben je moeder niet’’!
Partner 1:”Pff, het is ook nooit goed…”

In relatietherapie horen we vaak dat de klacht van vrouwen:”Overleggen? Dat doet mijn man nooit. Hij stelt me voor een voldongen  feit en wordt dan kwaad als ik er niet enthousiast over ben. Ik ben ook liever geen zeurpiet, maar ik heb  er gewoon de pest aan als hij geen rekening met me houdt.”

Autonomie

Veel mannen houden niet van overleg. Dat is natuurlijk een stereotypering. Maar, zoals ik vaker zeg: stereotypen ontstaan niet voor niets! Ze ontstaan vanuit een bepaalde, regelmatig terugkerende ervaring. In dit geval dat veel mannen thuis – op hun werk is het vaak anders! – niet van overleg houden. Een stereotypering is echter niet de enige waarheid. Er zijn ook vrouwen die zich hier aan schuldig maken. Maar lees hieronder dus het woord man of vrouw, al naar gelang jouw situatie.

Mensen die moeite hebben met overleggen, hebben daar hun reden voor. Ze vinden het meestal een aantasting van hun autonomie. Ze willen zelf kunnen bepalen wat ze doen. (Het woord autonomie komt van het Grieks en betekent letterlijk: je eigen wetten maken).
Daarom ervaren ze overleg  vaak als een vorm van verantwoording afleggen of toestemming vragen aan hun partner. En dat voelt afhankelijk: alsof je als een jongetje toestemming moet vragen aan je moeder.
Bovendien merken ze regelmatig dat overleggen alleen maar betekent dat ze hun eigen plannen niet kunnen doorvoeren. Dat de partner daar dan invloed op uit wil oefenen. Door niet te overleggen voorkomen ze die invloed.

Relatie

Natuurlijk gaat het er in een relatie niet om dat je voor allerlei zaken ”toestemming” moet vragen aan je partner. Ze is inderdaad je moeder niet.

Het doel van overleggen is: op elkaar afstemmen of de mening van een ander willen horen. Kijken of die iets ziet, wat jij over het hoofd gezien hebt. Onderzoeken of jouw plannen misschien roet in het eten van je partner gooien. En als dat zo is: samen onderzoeken welke oplossing voor beiden het handigst is.

Dus inderdaad: overleggen betekent de ander invloed geven op je voornemens. Dat is dan ook één van de belangrijkste kenmerken voor een goede relatie: de bereidheid om je door de ander te laten beïnvloeden. Zonder dat je het recht om daarna je eigen keuze te maken, daarmee uit handen geeft. Maar wel als twee gelijkwaardige partners, die zich met elkaar verbonden hebben. Die beseffen dat ze iets aan elkaar kunnen hebben. Die van elkaar kunnen leren. En die rekening met elkaar willen houden.

Synergie

Er is op zich niets mis met autonomie. Ook niet in een relatie. Sterker nog: voor een goede relatie heb je twee autonome partners nodig. Twee mensen, die stevig op hun eigen benen staan en weten wat ze willen. Én die zich met elkaar willen verbinden. Als die twee autonome partners naar elkaars ideeën willen luisteren en elkaar respecteren, dan kan er synergie ontstaan. Synergie betekent: het samenstromen en elkaar versterken van verschillende energieën. Dan kan 1 plus 1 opeens 3 worden: je komt samen opeens tot ideeën, die je voorheen nog niet had!
Als je steeds opnieuw de synergie zoekt, wordt het overleggen een leuke en inspirerende bezigheid.

Dat betekent ook dat het dus belangrijk is om verschillend te zijn en te blijven. Als je samen één pot nat wordt, dooft de gezamenlijke energie juist vaak uit. Dus overleg met als doel het maar overal met elkaar in eens te worden, werkt averechts.
Lees hierover mijn post over een sprookjeshuwelijk.

Koppigheid

Het tegenovergestelde van synergie is dat je elkaars mening níet respecteert. Dat je boos wordt om de ideeën van je partner, omdat die jou verstoren. Je staat niet meer open voor andere ideeën. Je hebt het al helemaal uitgedacht, het ei is uitgebroed. Je hele systeem is al voorbereid op de uitvoering van jouw plan op jouw manier. En dan komt je partner opeens met een alternatief. Je kunt het niet opbrengen om daar naar te luisteren!
Of je partner ziet net een nadelige consequentie die jij over het hoofd had gezien! Dat is moeilijk om toe te geven. Je zit eigenlijk al vast in je eigen denkpatroon.

Teveel autonomie kan leiden tot koppigheid. En koppigheid leidt in een relatie vaak tot ruzie.

Voorbeeldzinnen

Het valt ons vaak op, dat veel mannen in hun werk uitstekende strategen en geweldige onderhandelaars kunnen zijn. En dat ze die vaardigheden thuis niet inzetten. Thuis ontstaat er opeens een andere dynamiek en denken veel mannen dat ze bij overleg per definitie de mindere zullen zijn. Dat hun vrouw het met haar scherpe tong van hen zal winnen.
Ze beseffen vaak niet dat ze echt niet hun hoofd hoeven te buigen. Ze kennen soms gewoon de zinnen niet, die nodig zijn om op een gelijkwaardige manier het overleg te voeren.

De man uit het voorbeeld bovenaan deze post, had de volgende zinnen kunnen gebruiken:
’’Schat, ik heb zin om straks te gaan sporten. Komt dat uit wat jou betreft?’’
Of: ” Ik ben even aan het kijken wanneer ik het beste zou kunnen gaan sporten. Hoe ziet jouw planning voor de komende week eruit?”

Het gaat er dus om dat je benoemt wat je van plan bent of graag zou willen en dan vraagt wat je partner daarvan vindt.

Erkenning

Door te overleggen met je partner, laat je zien dat ze voor jou belangrijk is. Dat je bereid bent om rekening te houden met haar. Dat je je niet meer gedraagt als vrijgezel, maar dat je beseft dat je 24/7 deel uitmaakt van een relatie- of gezinssysteem.

Vrouwen worden vaak erg boos, als je hen niet betrekt in je beslissing. Soms lijkt het dan te gaan over de inhoud van je keuze. Maar heel vaak zal het daar eígenlijk niet over gaan. De meeste vrouwen vinden het prima als hun man gaat sporten of een keer met vrienden weg wil. Als ze maar bij de planning betrokken zijn.
En voor mannen geldt hetzelfde, zij het misschien dat ze bij minder of àndere zaken betrokken willen worden.

Kortom, als je overlegt, voelt je partner (zowel man als vrouw) zich gezien. En dat scheelt een slok op een borrel!

Wekelijks overleg

Veel stellen geven wij het advies om wekelijks met elkaar een overleg in te plannen om de agenda door te nemen. Liefst op een vast moment. Bijvoorbeeld op de zondagavond. Tijdens dat overleg bekijk je wat erop het programma staat, wat ieder wil, wat je van elkaar verwacht en waar je steun van de ander bij nodig hebt. Je kunt dan allerlei taken verdelen en wellicht ook even in het voren kijken: Wie koopt het cadeautje voor die en die? Wie belt de oppas? Wat doen we op die drukke dag met het eten?

Zo’n wekelijks overleg geeft jullie beiden het gevoel dat je er sámenwerkt. Dat je een team bent. In feite run je dan ook samen een bedrijf: jullie gezin/huishouden. En daar hoort goed overleg bij. Lees hier ook over in mijn blogpost: Run je relatie als een bedrijf.

______________________________________________________
Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar  visie en werkwijze uit.
In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742.

Hier kun je je gratis abonneren op haar blogabonneer.

Sores van een samengesteld gezin

Het is niet eenvoudig om een samengesteld gezin te laten slagen. Tweederde van de stiefgezinnen redt het niet en valt binnen enkele jaren weer uit elkaar.

Een van de grote factoren is dat mensen van eigen kinderen altijd meer kunnen hebben dan van de kinderen van de partner. Zoals in onderstaande casus.

Verwen-papa

Ze durfde het zichzelf nauwelijks toe te geven, maar stiekem vroeg ze zichzelf wel eens af of ze niet van de regen in de drup terecht was gekomen. Hoeveel ze ook van haar nieuwe man hield, ze was zo ontzettend moe van alle problemen de hele tijd.

De ruzies tussen hem en haar kinderen, de problemen met zijn ex, de ruzies ook met hem over hoe hij met zijn kinderen omging. Hij was gewoon een verwen-papa geworden! Als zijn kinderen er waren moesten er altijd speciale dingen gebeuren. Haar eigen kinderen werden jaloers: zijn kinderen mochten veel meer, kregen veel meer.

En dan zijn ex…. ze had het echt helemaal gehad met zijn ex en alle haar grillen. En last but not least: zijn kritiek op haar opvoeding, die haar zo onzeker maakte…

Samengesteld gezin

Het verhaal van een samengesteld gezin gaat zelden over rozen. Er zijn dan ook heel wat hobbels te nemen, die veel inzet van beide partners én van de kinderen vragen. De partners hebben dat vaak wel over voor hun nieuwe liefde, zeker in het begin. De kinderen hebben er echter niet om gevraagd, zíj zijn ook niet verliefd. Vaak zitten ze nog midden in de verwerking van de scheiding. Een nieuwe partner boort hun stiekeme hoop dat het toch nog goed komt, definitief de grond in. Geen wonder dat ze niet altijd even coöperatief zijn.

Het opbouwen van een nieuw samengesteld gezin vraagt veel vaardigheden van de nieuwe partners. Ondersteuning in  de vorm van gezinstherapie kan daarbij zeer helpend zijn.

Ook helpt het om je van tevoren goed te informeren. Bijvoorbeeld met behulp van het boek ”Samen gesteld, de dynamiek van een stiefgezin”  van Ietje Heybroek en Baukje Overgaauw.

 

______________________________________________________
Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit.
In haar blog (http://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742.

Hier kun je je gratis abonneren op haar blogabonneer.

Partij kiezen in de strijd tussen vader en zoon?

Vandaag moest ik opeens weer denken aan wat een goede vriend en collega jaren geleden tegen mij zei. Ik vertelde hem over de regelmatige strijd tussen mijn man en onze puberende zoon en ik nam het daarbij op voor mijn zoon.
`Blijf er tussenuit´, zei die vriend. `Anders maak je een watje van hem´.
Ik keek hem stomverbaasd en niet begrijpend aan.
`Je zoon moet dit soort ruzies zelf oplossen met zijn vader. Daar wordt hij man van´, herhaalde hij. `Moeders denken altijd maar dat ze hun zonen moeten beschermen, en ontnemen daarmee hun zonen de mogelijkheid om hun kracht te meten met hun vader´.

Ik heb zijn advies ter harte genomen en mijn zonen zijn stevige, volwassen mannen geworden met een prima relatie met hun vader.

Buitengesloten

Van de week had ik een echtpaar, waar hetzelfde probleem een rol speelde: moeder nam het voortdurend op voor zoonlief. Deze maakte daar dankbaar gebruik van en liet zijn moeder graag de hete kolen voor hem uit het vuur halen.

Haar man was het daar absoluut niet mee eens. Maar niet alleen vanwege de opvoeding. Hij voelde zich ook tekort gedaan en buitengesloten. Zijn vrouw trok in zijn beleving vaak één lijn met de kinderen tégen hem! Hij had er veel last van dat zij hem afviel waar de zoon bij was.

De vrouw kon ter plekke nóg boos worden over de situatie. Met vlammende ogen ging ze tegen haar man tekeer,  ze was als een tijgerin die haar welp verdedigde… Toen we dat tegen haar zeiden, keek ze net zo verbaasd als ik vroeger. Het lijkt immers zo’n logische en terechte actie: je kind wordt aangevallen en je verdedigt hem. Ook al is hij 15 of 25, voor een moeder is haar kind altijd haar kind. Dat je daarmee zowel je kind als je man niet altijd recht doet, leer je in geen enkel schoolboekje.

Toen ze zich dat realiseerde, kon ze haar man begrijpen. Samen spraken we af, dat ze voorlopig wekelijks op een vaste tijd met elkaar over de kinderen en hun verschillen in de opvoeding gaan praten. Zonder dat de kinderen erbij zijn!

______________________________________________________

Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit. In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742. Hier kun je je gratis abonneren op haar blog: abonneer op blog.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén