Op deze pagina zullen we onze belangrijkste uitgangspunten bij relatietherapie vermelden. Ik heb het over ”we” omdat ik relatietherapie geef samen met mijn collega Wilfried Sluys. We kunnen in dit bestek niet volledig zijn; ik zou wel een boek over onze uitgangspunten kunnen schrijven! (En misschien komt dat er ooit van :). )
Relatietherapie is een specialisatie
Onze visie op relatietherapie is, dat relatietherapie een vak apart is. Niet iedere psycholoog of psychotherapeut is na zijn algemene opleiding meteen geschikt als relatietherapeut. Wij vinden dan ook dat een relatietherapeut eerst geschoold moet zijn in individuele therapie, daar ruime ervaring mee opgedaan moet hebben, en daarna zich gespecialiseerd moet hebben in relatietherapie.
Zelf volgden wij onze opleiding bij ervaren Nederlandse en Amerikaanse opleiders. De visie op relatietherapie die we ons in de loop van de jaren eigen hebben gemaakt is voornamelijk gebaseerd op inzichten uit resp. van
- de Gestalttherapie (Bob en Rita Resnick en Ernst Knijff en Greet Cassiers, trainers aan het voormalig opleidingsinstituut Multidimens),
- Emotionally-Focussed Therapy (die op zichzelf ook voor een groot deel gebaseerd is op de Gestalttherapie),
- David Schnarch,
- John Gottman en
- Esther Perel.
Hieronder vermelden we een aantal van onze belangrijkste uitgangspunten bij relatietherapie.
Een relatie gaat niet vanzelf
Een waarheid als een koe, zul je misschien denken. Maar veel mensen denken dat een relatie die niet vanzelf meer soepel verloopt, zijn langste tijd gehad heeft. Niets is wat ons betreft minder waar. Een relatie vraagt regelmatig zorg en aandacht. Net zoals heel veel zaken, die voortdurend ´in bedrijf´zijn. Iedereen vindt het bijvoorbeeld heel normaal om zijn auto regelmatig een onderhoudsbeurt te geven. Dat zou ook voor relaties moeten gelden. Collega´s spreken dan ook wel van een relatie-APK.
Vastgelopen patronen of strategieën
Elke mens ontwikkelt in zijn leven patronen of (overlevings)strategieën, ook wel ”scripts” genaamd. Patronen hebben echter een beperkte houdbaarheidsdatum. Als de situatie verandert, moeten deze leefpatronen aangepast of soms zelfs compleet vernieuwd worden. Zoals we dat in de Gestalttherapie noemen is er dan ”creatieve aanpassing” nodig.
Aanpassen is echter niet eenvoudig. Mensen passen zich niet vanzelf aan. En onder spanning ga je natuurlijk niet iets nieuws uitproberen. Nee, dan ga je doen wat je kent en waar je goed in bent. En uiteraard is iedereen het beste in het oude ingetrainde patroon! Met als gevolg dat de meeste mensen onder stress juist heel hard dat oude patroon, die oude overlevingsstrategie gaan herhalen. Daarmee vergroten ze echter juist de problemen! Want dat patroon werkte juist niet meer!
Dat is vaak een reden waarom mensen na ingrijpende gebeurtenissen (life-events) vast kunnen lopen of in een crisis kunnen raken.
Rode knop
Bij stellen is dat ook het geval. Ze herhalen onder stress hun oude overlevingsstrategie. Het ingewikkelde bij stellen is echter dat het overlevingspatroon van de ene partner vaak averechts op dat van de andere partner werkt. De ene partner gaat zich bijvoorbeeld terugtrekken, terwijl de andere juist schreeuwend behoefte heeft aan contact. Of de een wordt een echte controlfreak, terwijl de ander dan juist extra behoefte heeft aan vrijheid en flexibiliteit. Zo kunnen partners met hun oude patronen juist steeds op elkaars rode knop drukken.
In onze relatietherapie kijken we naar deze rode knoppen. We helpen stellen om inzicht in elkaars rode knop te krijgen. En om te zoeken naar andere, effectievere reacties.
De contactcirkel
In navolging van de visie op relatietherapie van onze opleiders Bob en Rita Resnick zijn we ervan overtuigd dat er binnen een relatie in afwisseling verschillende vormen van contact nodig is om de relatie goed te laten verlopen. Bij stellen die vastlopen zijn vaak één of meer van die contactvormen niet of nauwelijks aanwezig. We onderscheiden 4 contactvormen (klik op de tekening om hem te vergroten):
1. dagelijks contact: belangstelling voor elkaar (”hoe was je dag?”), praktische afstemming en afspraken, een knuffel of zoen bij het weggaan of thuiskomen;
2. intiem contact, waarbij elk zich bloot kan geven, zowel figuurlijk in een intiem gesprek, als letterlijk bij seksualiteit;
3. het ”samenvloeien”: (confluentie) op elkaar afgestemd zijn zonder dat er veel woorden uitgewisseld worden; je automatisch richten op het ”samen” en niet zozeer op jezelf;
4. contact met jezelf: je regelmatig terugtrekken op jezelf om even weer waar te nemen wat je zelf wilt en voelt; maar ook: tijd doorbrengen met eigen vrienden; bezig zijn met je eigen ontwikkeling; kortom je regelmatig herijken op jezelf.
Verschil in ritme
Het ingewikkelde van een relatie is nu dat de behoefte van partners om van de ene contactvorm naar de ander te gaan (het contactritme) vaak niet synchroon loopt. Dus terwijl bv de ene nog graag samen wil blijven, heeft de ander behoefte om zich even terug te trekken. Dan kan er ruzie nodig zijn om je los te trekken uit het ”samen”, wat door de achterblijvende partner als verraad kan worden opgevat.
Gebrek aan afwisseling
Naast de problemen rondom het contactritme kan in onze visie op relatietherapie dus ook een gebrek aan (afwisseling van) één van deze 4 contactvormen tot problemen leiden: sleur, oppervlakkigheid, een gevoel van alleen staan in de relatie of juist het gevoel geclaimd te worden. Er is dan meer differentiatie nodig (zie verderop). De bekende ”symbiose” is een voortduring van het ”samengevoel”, de confluentie.
In onze relatietherapie geven we uitleg over deze 4 contactvormen en onderzoeken we hoe het binnen de relatie met de tijd en aandacht voor elke vorm gesteld is.
Relatietest: op basis van dit uitgangspunt hebben we een relatietest ontwikkeld. Deze kun je hier doen.
Hechtingspatronen
Hechtingspatronen spelen daarbij een aparte rol. De mate van veilige of onveilige hechting in de jeugd kan van grote invloed zijn op de relaties die je als volwassene aangaat.
Maar ook een onveilige hechting aan de partner, door bv schending van dat vertrouwen in het prille begin van de relatie, kan een hele relatie doorwerken.
Hechtingsproblemen ontstaan m.i. als de contactcirkel niet goed doorlopen wordt. Dat begint in feite al met de geboorte. De relatie tussen moeder en kind begint in de fase van het samenvloeien. Ze vormen een letterlijke symbiose. De geboorte is in principe een natuurlijk moment om dat fysieke samenvloeien te verbreken. Als het goed is, zijn zowel moeder en kind daar ook echt aan toe. Een vroeggeboorte kan dan ook traumatisch werken, zeker als een kind daarna de couveuse in moet. Het bekende ”kangoeroeën” is daarom ook zo belangrijk.
Veiligheid en differentiatie
Maar ook in een volwassen relatie kan het ontzettend pijnlijk en als traumatisch ervaren worden als het samengevoel / de confluentie op ongewenste wijze verbroken wordt. Zeker als die confluentie lange tijd niet afgewisseld werd en inmiddels tot symbiose was uitgegroeid. De verlaten partners kunnen het gevoel krijgen dat ze gek worden. Ze kunnen extreem heftig gedrag gaan vertonen, vergelijkbaar met een onveilig gehecht kind.
Veiligheid in een relatie is belangrijk. Nog belangrijker is echter dat je die veiligheid in jezelf zoekt en vindt. Alleen als beide partners ook goed op eigen benen kunnen staan, ontstaat er een veilige, volwassen relatie. Het is fijn als je partner je veiligheid geeft; het is echter niet goed als je daardoor niet meer die veiligheid in jezelf opzoekt. Je partner wordt dan eerder een soort vader of moeder en dat levert binnen de kortste keren weer andere problemen op.
Belangrijk is dan hen te leren de basis terug te vinden in zichzelf en hen te ondersteunen om op eigen benen te gaan staan. We noemen dit ook wel ‘‘differentiatie”: bij jezelf kunnen blijven in contact met de ander.
Hier besteden we in de relatietherapie de nodige aandacht aan. Indien nodig voeren we dan ook individuele gesprekken met de betreffende partner.
Zowel vrouw- als manvriendelijke therapie
De meeste therapieën zijn wel vrouwvriendelijk, maar niet altijd zo man-vriendelijk. In therapie wordt namelijk vaak veel gepraat en veel mannen houden niet zo van praten, zeker niet over gevoelens. Ze zoeken het contact eerder non-verbaal en fysiek dan met woorden. Ze vinden het vaak prettig om een samengevoel te ervaren, zonder dat zo nodig alles benoemd hoeft te worden. Het is voor hen vaak voldoende, als hun partner in de buurt is en de sfeer goed aanvoelt.
Vrouwen daarentegen gaan praten als ze het gevoel hebben dat hun man zich afgesloten heeft. De inhoud is vaak niet eens zo belangrijk. Ze steken als het ware met woorden een hand uit om contact te maken. daarnaast willen ze graag letterlijk in woorden horen, dat hun partner hen begrepen heeft.
We zijn er van overtuigd dat de mannelijke manier van communiceren net zo veel waarde heeft als de vrouwelijke. En zoals mannen iets kunnen leren van de vrouwelijke wijze van communicatie, zo kunnen vrouwen iets leren van de mannen.
Daarom zijn we voortdurend op zoek naar manieren van werken die meer aansluiten bij mannen. Fysieke oefeningen, huiswerk waarbij minder gepraat maar meer gedaan moet worden, aandacht voor de non-verbale communicatie van de man en het gelijkwaardig stellen van verbaal en seksueel contact zijn daar voorbeelden van. Kijk ook naar onze pagina over relatietherapie en over onze werkwijze.
Wetenschappelijk onderzoek
Wij toetsen onze visie op relatietherapie regelmatig aan wetenschappelijk onderzoek. Zowel door daarover te lezen als door zelf onderzoek te doen in onze praktijk i.s.m. dr. Tila Pronk (Tilburg University). Zie hier meer over onze onderzoeken.
Voor vragen over onze relatietherapie of aanmelding kun je telefonisch of per email contact met ons opnemen. Op ons blog kun je meer lezen over onze ervaringen en visie: https://www.mv-gestalttherapie.nl/blog/. Regelmatig komt hier een nieuwe post bij.