Sommige mensen hebben een gelukkige langdurige relatie. Anderen stellen zich regelmatig de vraag:”Waarom mislukken mijn relaties steeds?”
Die vraag naar het mislukken van relaties werd het onderwerp voor de promotie van psychologe Tila Pronk. Al gauw had ze een hypothese: ze vermoedde dat het mislukken van relaties te maken had met een gebrek aan zelfbeheersing, in vaktaal ”executieve controle” genoemd. Op 28 april 2011 promoveerde ze op dit onderzoek. Naar aanleiding van haar promotie zocht ik contact met haar, wat resulteerde in een samenwerking. Ze hielp mee met een onderzoek in mijn praktijk en voegde daar haar eigen vragen aan toe.
Zelfbeheersing
Executieve controle is een verzamelterm voor het vermogen van een mens om zich te beheersen en doelgericht te handelen. Het gaat dus om handelen, waarbij je je niet laat afleiden van je doel en in staat bent om je impulsen in een andere richting dan je doel, te onderdrukken. Je onderdrukt die impulsen omdat je beseft dat ze je van je doel zullen afleiden of afhouden. Je zou daarom kunnen zeggen dat executieve controle te maken heeft met allerlei vormen van zelfbeheersing en discipline op grond van verstandelijke overwegingen.
Tila Pronk vermoedde dat een mens voor het behouden van zijn/haar relatie op diverse momenten de nodige zelfbeheersing of executieve controle nodig heeft. En dat dus diegenen, die over meer zelfbeheersing beschikken, ook beter in staat zullen zijn om hun relatie te beschermen en in stand te houden.
De winst van zelfbeheersing
Ze onderzocht daartoe in hoeverre mensen die goed zijn in executieve controle – wat ze aan de hand van allerlei testen eerst vaststelde – beter zijn in:
a. hun partner vergeven ipv wraak te nemen nadat ze ernstig gekwetst zijn;
b. zichzelf beheersen bij het zien van een aantrekkelijke man/vrouw ipv daarmee te gaan flirten;
c. op het moment dat hun eigenbelang in het geding is, zichzelf opofferen ten gunste van hun partner.
Haar keuze voor deze drie aspecten is gebaseerd op ander onderzoek, waarin deze aspecten belangrijk bleken voor het behoud van een relatie.
Pronks onderzoek bevestigde haar hypothese. Mensen met een grotere mate van zelfbeheersing zijn beter in staat hun relatie te beschermen dan mensen met een lagere mate van zelfbeheersing. De mate van executieve controle – zelfbeheersing/discipline – speelt dus een grote rol. En dit vermogen tot executieve controle lijkt vastgelegd te zijn in de hersenen.
Vanuit mijn ervaring als relatietherapeut denk ik dat dit klopt. Veel relatiecrises ontstaan immers doordat mensen zichzelf níet beheerst hebben. Bijvoorbeeld in ruzies of in vreemdgaan. Het lijkt dus logisch dat mensen, die van nature moeite hebben met zelfbeheersing, eerder de fout in zullen gaan dan mensen, die dat níet hebben.
Thuis ”jezelf ” zijn?
Wat mij betreft speelt er echter nog een ander aspect mee. Heel vaak maak ik mee dat mensen zich in hun relatie dingen permitteren, die ze op het werk of bij vrienden nooit zouden doen. Dus ze beschikken op hun werk of bij vrienden wél over die zelfbeheersing, maar thuis niet…
Dit zijn vaak mensen die het idee blijken te hebben:”Thuis wil ik gewoon mezelf kunnen zijn”. De kwaliteiten, die zij- maar vaker hij – op zijn werk inzet, gebruikt hij thuis opeens niet meer.
Op het werk of bij vrienden is hij aardig, vriendelijk, kan hij tegen een grapje, kan hij goed luisteren en rustig zijn visie geven, is een discussie gewoon een verschil van mening… En thuis is hij onaardig, chagrijnig, snel op zijn teentjes getrapt, wordt een discussie snel ruzie, wil hij altijd gelijk krijgen, is hij ongeduldig.
‘Jezelf zijn’ blijkt voor deze mensen te betekenen: ‘je vooral niet (meer) in hoeven te houden of moeite hoeven te doen’. Een relatie is voor hen kennelijk vooral: het bieden van dit soort thuis.
Waarop ik altijd vraag: ”Je wél inhouden is blijkbaar óók een deel van jezelf. Je doet dat immers op je werk of bij vrienden wel. Waarom krijgt thuis (lees: je partner en/of je kinderen) dan juist het slechtste deel van jezelf?”
Een déél van het antwoord op de vraag:”Waarom mislukken mijn relaties steeds?” zou dan ook kunnen zijn: omdat in jouw ogen de relatie er vooral is om jou een thuis te bieden, waar jij je niet hoeft te beheersen. Je beschíkt wel over de vaardigheid zelfbeheersing, maar thuis neem je niet meer de moeite om die in te zetten.
Tevéél zelfbeheersing
Moet je je dan altijd maar inhouden en beheersen? Nee, tevéél zelfbeheersing werkt ook niet goed! Als je je zó vaak beheerst dat je je voortdurend aanpast, heeft dat vroeger of later ook een negatief effect.
We zien veel stellen waarbij één van de partners zich zo lang heeft aangepast dat hij – maar vaker zij – zichzelf daarin is kwijt geraakt. Zo’n partner heeft vaak een o.i. verkeerde visie op relaties. Ze denkt dat het in een relatie vooral belangrijk is om jezelf weg te cijferen en er te zijn voor de anderen. Daardoor staat ze niet meer stil bij wat zij zelf wil. Ze kijkt alleen nog maar wat haar partner en/of de kinderen willen.
Tot ze opeens – door welke gebeurtenis dan ook – er achter komt, wat ze al jaren aan het doen is. Ze gaat in therapie om voor zichzelf op te leren komen. En opeens schiet ze de andere kant op. Opeens is ze nóóit meer flexibel, overal heeft ze het gevoel bij: ”Nou ben ík aan de beurt”. Ook dát kan een relatie stuk maken. 1)
Het kan ook zijn, dat je partner je door al dat aangepaste gedrag uiteindelijk niet meer leuk vindt. Je lijkt eerder een soort kopie van hem of haar geworden te zijn, dan dat je zélf nog iets uitstraalt. Je partner mist het weerwoord, misschien zelfs af en toe een kritische noot. Wás je af en toe maar wat impulsiever in plaats van altijd maar met iedereen rekening te houden!
Dus: tevéél zelfbeheersing is ook niet goed. Het gaat er om dat je de middenweg bewandelt. Wél je mening geven, maar niet op een aanvallende manier. Wél voor jezelf opkomen, maar ook begrip blijven houden voor de ander.
Een ander antwoord op de vraag:”Waarom mislukken mijn relaties steeds?” kan dan ook zijn: omdat je je teveel aanpast en tevéél zelfbeheersing hebt.
Een goede relatie bevordert zelfbeheersing.
Het onderzoek van Tila Pronk kijkt vooral naar het individu, naar één speler in het veld, naar één partner. Vanuit het gezichtspunt van de Gestalttherapie is een relatie per definitie iets tussen twéé mensen. Het is altijd interactie. Gelukkig laten haar onderzoeksresultaten ook zien dat een goede relatie het vermogen tot zelfbeheersing op haar beurt juist bevordert! Als het goed gaat tussen twee mensen, zijn ze blijkbaar eerder geneigd om even na te denken voor ze iets doen. Om zich te realiseren wat ze op het spel zetten. Om rekening met elkaar te houden.
Dat is goed nieuws. Dat betekent dat je met die kennis ook je voordeel kunt doen als het slecht gaat. Onderzoek je mate van zelfbeheersing. Kijk of je er teveel of te weinig van inzet en kies de middenweg.
Ik weet niet of er ook onderzoek is gedaan naar het omgekeerde: of een goede relatie er ook voor zorgt dat je je niet tevéél gaat aanpassen, je teveel beheerst. Of misschien zouden we pas van een goede relatie moeten spreken als er een goede balans is tussen jezelf beheersen enerzijds en je impulsen volgen anderzijds.
- Als je in zo’n fase zit, heb ik maar één advies: ga in godsnaam naar een therapeut, die ook ervaring heeft met relatietherapie! En laat je partner dan regelmatig meegaan, zodat jullie samen met jouw ontwikkeling om leren gaan. Want als je op de verkeerde manier wordt aangemoedigd in dit voor jezelf opkomen, gaat het je ongetwijfeld je relatie kosten.
Marike de Valk is Gestalttherapeut en geeft individuele, relatie- en gezinstherapie in Beuningen bij Nijmegen samen met haar collega Wilfried Sluys. Op haar site: https://www.mv-gestalttherapie.nl legt ze haar werkwijze uit. In haar blog (https://www.relatietherapie-nijmegen/blog/) schrijft ze over alles wat met partner- en gezinsrelaties te maken heeft. Ze geeft daar ook lezingen over. Ze is te bereiken via het contactformulier op haar sites of via 024-6751742. Hier kun je je gratis abonneren op haar blog: abonneer op blog
Geef een reactie